Gemeente Ardooie

26 februari 2024

Ardooie, tussen Roeselare en Tielt, is een landelijke gemeente waar de diepvriesgroenteteelt sterk overheerst. Daarnaast scoort Ardooie goed wat de metaalverwerking, de textielconfectie, de veeteelt en de veevoederverwerking betreft. Groot-Ardooie met zijn 9.330 inwoners bestaat uit twee deelgemeenten – Ardooie en Koolskamp – en twee buurtwijken: De Tassche en ’t Veld. We maakten een tocht […]

Ardooie, tussen Roeselare en Tielt, is een landelijke gemeente waar de diepvriesgroenteteelt sterk overheerst. Daarnaast scoort Ardooie goed wat de metaalverwerking, de textielconfectie, de veeteelt en de veevoederverwerking betreft. Groot-Ardooie met zijn 9.330 inwoners bestaat uit twee deelgemeenten – Ardooie en Koolskamp – en twee buurtwijken: De Tassche en ’t Veld. We maakten een tocht door de gemeente met Charlotte Vanhecke, hoofd van de Technische Dienst, die ons liet zien hoe ze met haar team van twintig medewerkers deze 3.500 hectare grote gemeente mooi en netjes houdt. Charlotte is tevens voorzitter van Tedewest, de vereniging van alle technische diensten van de provincie West-Vlaanderen. Dat maakt dat er af en toe ook eens over de grenzen werd gekeken.

Charlotte Vanhecke: ‘Als je werkt, spreek je van stress. Als je iets doet wat je graag doet, noem je dat passie.’

De naam Ardooie-Koolskamp

De naam Ardooie is afgeleid uit het Latijn en refereert naar een laaggelegen, waterachtig en vruchtbaar bouwland, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een bos en waterloop. Koolskamp betekent een wijde open vlakte, op een hoogte. Beide namen verschijnen voor het eerst samen in historische bronnen in het jaar 847.

Combi van netheid en meer groen vraagt arbeidsintensiever onderhoud

Iedereen woont graag in een nette leefomgeving. Tegelijk is bij de meeste mensen het ecologisch bewustzijn groter geworden: meer groen op een gezonde manier en zonder gebruik van spuitmiddelen. Dat legt voor de openbare besturen de lat zeer hoog want zij moeten deze twee dingen combineren. Het vraagt een heel gerichte en daardoor arbeidsintensievere aanpak. En daar knijpt nu net het schoentje, want ook gemeentes zijn volop op zoek naar personeel. Daarop vormt Ardooie geen uitzondering.

Charlotte Vanhecke: ‘Met de nieuwe onthardingsregels en verkavelingen die erbij komen, zitten we met ons personeel bij de groendienst met een groot tekort. Je krijgt veel meer groen waardoor het onderhoud ook arbeidsintensiever wordt. De nieuwe verkaveling die eerstdaags wordt opgestart zal wat groenzorg betreft binnen twee jaar door ons verzorgd worden. Dat betekent vraag naar nog extra personeel.’

GreenTechPower: ‘En de bestaande infrastructuur?’

Charlotte: ‘Bij de begraafplaatsen, die grotendeels nog op de oude wijze werden aangelegd, lopen we tegen onze limieten aan als het over onkruiddruk gaat. Daar laten we onze mensen bijstaan door mensen van de sociale werkplaats Mariasteen. Die zijn in dit seizoen volop onkruid aan het wieden op het kerkhof. Om die reden is het de bedoeling om ergens in een volgende legislatuur de begraafplaatsen anders te gaan inrichten. Via themazittingen en uitwisselingen met andere gemeenten in Tedewest kunnen de bevoegde ambtenaren en schepenen van elkaar leren hoe ze begraafplaatsen zo onderhoudsvrij mogelijk kunnen aanleggen. Een goed doordachte aanleg bepaalt immers je onderhoudskost achteraf. Brugge is een mooi voorbeeld wat dat betreft. Er zijn daar begraafplaatsen die zijn ingericht met bloemenweides, en bestaande grafzerken kunnen na het ontknekelen worden aangekocht en zo een tweede leven krijgen. In een dergelijke stad zijn de begraafplaatsen een dienst op zich, bij kleinere gemeentes moeten er meerdere diensten samenwerken voor deze begraafplaatsen.’

GTP: ‘Na dat ontknekelen kan de begraafplaats dan heringericht worden?’

Charlotte: ‘Ja, we proberen er dan deels groenzone van te maken met een bankje op en zo. De ondergrond moet natuurlijk berijdbaar blijven voor bijvoorbeeld rolstoelen. Om die reden hebben wij hier voor de kerkhofbezoeker een rolstoel op brede luchtbanden om vlot te kunnen rijden. We zien dat de trend in uitbreiding van de urneveldmonumentjes sinds drie jaar terug aan het ombuigen is naar opnieuw meer familiekelders. Dat maakt dat we hier bij de heraanleg rekening mee moeten houden. Kortom: begraafplaatsen en een goed beheer ervan zijn gevoelige onderwerpen.’

Charlotte geeft aan dat mensen meer tijd op de begraafplaats doorbrengen, een trend waar ze met een aangepaste infrastructuur wil aan tegemoetkomen.

Sociale tewerkstelling om het personeelstekort op te vangen

Charlotte: ‘De sociale tewerkstellingsorganisatie waar wij mee werken, Mariasteen in Hooglede, heeft meer dan 1.000 mensen in dienst, onder meer in de groensector. Die mensen worden degelijk opgeleid en begeleid nadien. Als openbaar bestuur kunnen wij hen sinds kort op onze loonlijst zetten. Langs die weg kunnen we zelf de subsidie ontvangen. Volgens eigen aangave hebben ze 16% uitval. Werken met deze vorm van ‘maatwerk’ geeft ons de mogelijkheid om mensen in te zetten als we zelf op momenten geen of onvoldoende eigen personeel hebben. Goedkoper zou ik het niet noemen, want werken met externe mensen vraagt toch altijd meer nazorg.’

Ardooie werkt met een vaste ploeg van eigen mensen die dagelijks in het groen bezig is, en dan de groep van Mariasteen die volgens een afgesproken schema enkele dagen per week voornamelijk de begraafplaatsen onkruidvrij maakt.

Mechanisatie om personeelstekort op te vangen?

Charlotte: ‘Wij hebben nog niet zo veel geïnvesteerd in machinale onkruidbestrijding. Ik zie bij veel collega’s in andere gemeenten dat ze er nog niet uit zijn welke onkruidbestrijdingsmethode nu echt oké is en welke (nog) niet. Bovendien is het succes van dergelijke machines grotendeels afhankelijk van een goede bedienaar. Die moet je dan ook vinden en liefst in tweevoud zodat deze machines maximaal kunnen worden ingezet. Ik hoor van andere besturen dat deze machines het nodige onderhoud vragen en dus heb je een degelijke technieker nodig om ze draaiende te houden. We hebben twintig mensen in dienst. Heel recent hebben we nog een nieuwe graafmachine gekocht en daar hebben we een vaste man op gezet. Die dingen doen we zelf. Vegen, bermmaaien met opvang en straatkolken onderhouden besteden we uit. Samen aankopen met andere gemeenten, daar zijn we geen voorstander van. Als je investeert in een bepaalde machine of hulpmiddelen, dan ga je die meestal op meerdere plaatsen tegelijk nodig hebben. Stel dat je samen een zoutstrooier of sneeuwruimer aankoopt: die kan maar op één plaats tegelijk rijden, maar de sneeuw ligt wel overal. Verkeerssignalisatie is ook zoiets. Dat moet je als gemeente zelf in huis hebben. Als we ergens buurgemeenten mee kunnen helpen, dan zullen we dat zeker doen. Bepaalde aankopen van machines die een groot budget vragen, die kunnen we dan in het meerjarenplan steken waardoor de aankoop minder hard aankomt.’

GTP: ‘Waar trekken jullie de grens tussen zelf doen en laten uitvoeren?’

Charlotte: ‘We gaan eerst uit van het personeel dat we voor bepaalde opdrachten ter beschikking hebben: hoeveel mensen zijn er en wie heeft welke kennis in huis? Het heeft geen zin om machines aan te schaffen waar je geen personeel voor hebt. Of drie keer meer machines dan mensen die er kunnen mee werken. Wij investeren in machines op basis van het personeel. Tot nog toe konden gemeenten alleen maar mensen aanwerven volgens het organogram. Er komt nu een nieuwe rechtspositieregeling waardoor ze die organogrammen zelf gaan kunnen aanpassen. Dat gaat ons meer vrijheid geven om de juiste mensen aan te werven volgens de jobinhoud. Dat zal het tevens veel eenvoudiger maken om mensen aan te werven die we nu niet konden aanvaarden omwille van procedurevereisten. Hierbij is het zaak dat de gemeenten onderling hun aanwervingscriteria op elkaar afstemmen om geen concurrenten van elkaar te worden. Volgens recent onderzoek van iemand bij het ministerie van tewerkstelling had je vroeger 5 mensen om 1 vacature in te vullen, nu is dat gezakt tot 1,25 mensen voor 1 vacature. En dat zou zo nog duren tot 2030 volgens diezelfde cijfers. Dan zou er een stagnatie komen. In West- Vlaanderen is 31% van de mensen die van andere landen komen niet aan het werk of niet op zoek naar werk. Op zich is dat een pool waaruit nog geput zou kunnen worden. Niet zelden blokkeert het systeem administratief dat ze aan de slag zouden kunnen.’

Evoluties: de veeleisende burger en social media

Charlotte: ‘Wat ons ook niet helpt in een degelijke onkruidbestrijding zijn de social media en de burger die te pas en te onpas voor meer groen is, maar geen onkruidplantje voor zijn deur kan verdragen of bij het vallen van de bladeren niet naar zijn hark grijpt maar naar zijn smartphone. Die evolutie maakt onkruidbeheer anno 2023 en de actuele wetgeving errond niet makkelijk.’

‘Op een begraafplaats zijn de erfgenamen in theorie verantwoordelijk voor het onderhoud van het graf. In de praktijk is dat niet voor iedereen haalbaar. Ik vind dat we als burger mee onze verantwoordelijkheid moeten opnemen: netheid en groen is iets van ons allemaal. Verwachten dat de ander het doet, is kortzichtig.’

‘Wij zitten hier in een landbouwgemeente met drie dorpskernen: Ardooie-Centrum, Koolskamp en De Tassche. De rest is buitengebied. Maar er komen stilaan plannen voor verkavelingen bij. Dat betekent meer kinderopvang, scholen … en dus ook meer groen. Ardooie is goed gelegen, vlot bereikbaar en er is veel tewerkstelling in de buurt. Dat trekt mensen van ver over de gemeentegrenzen aan. We zijn tevens een gemeente met een lage belastingvoet en veel diensten zijn gratis. De prijzen voor kinderopvang en activiteiten tijdens de vakanties zijn laag.’

Waterbeheer

Charlotte: ‘We houden ons hart vast als we het droogteplan volledig gaan implementeren. Dan kan het noodzakelijk zijn om het water in een gracht te laten staan en langzaam af te voeren. Mensen panikeren nu al als ze een gracht halfvol water zien staan. Daarover gaat duidelijk naar de bevolking gecommuniceerd moeten worden. We hebben nu de Salamander, een nieuw gecontroleerd overstromingsgebied, en de Waterbek hebben we ook verder uitgebreid. Sindsdien is er nog geen wateroverlast geweest. Om te weten waar je het peil van het water op moet afstemmen, moet je natuurlijk eerst wateroverlast hebben. Dat maakt het zo moeilijk om hier op voorhand de juiste waterdichte oplossingen voor te vinden. En we hebben hier in het verleden al wat wateroverlast meegemaakt, dus ik begrijp de bezorgdheid van de mensen.’

‘In het nieuwe hemelwater-droogteplan – waarin ook ontharding aan bod komt – zien wij kansen. Ontharding betekent niet noodzakelijk dat er parkeerplaatsen moeten verdwijnen. Met kleine ingrepen aan de verharding kun je al infiltratiebekkens creëren en doe je al mee aan de ontharding. Dit hemelwaterplan voeren we in overleg met de buurgemeentes uit.’

GTP: ‘Waarin kunnen kleinere gemeentes flexibeler zijn dan grote steden?’

Charlotte: ‘Een technische dienst in een grote stad of een kleine gemeente moet nagenoeg dezelfde taken uitvoeren. Bij een stad zitten deze verspreid over meerdere mensen, bij een kleine gemeente moet iedereen alles aankunnen en daardoor ook flexibeler worden ingezet. Wij werken met 3P, een programma waarmee we de werkopdrachten voor de medewerkers kunnen maken. De afgewerkte werkopdrachten worden op papier afgetekend en komen bij mij. Het manueel verwerken ervan geeft me ook contact met het werk. Iedereen naar de werf een iPad meegeven lijkt mij een dure zaak te zijn voor een technische dienst met twintig medewerkers. Wat niet wil zeggen dat we niet met onze tijd meegaan hé.’ §

Ook interessant voor jou