Family first’ is een centraal gegeven bij de familie Claessens

5 april 2022

De groensector draait op familiebedrijven. Zo is de familie Claessens al 26 jaar een vaste waarde in de gemeente Ranst in de provincie Antwerpen. Samen met hun echtgenotes runnen vader Johan en zoon Steven een bedrijf dat gespecialiseerd is in tuinaanleg, gazons en infrastructuurwerken. Hun enthousiasme en professionalisme triggerden ons om hun verhaal te brengen. […]

De groensector draait op familiebedrijven. Zo is de familie Claessens al 26 jaar een vaste waarde in de gemeente Ranst in de provincie Antwerpen. Samen met hun echtgenotes runnen vader Johan en zoon Steven een bedrijf dat gespecialiseerd is in tuinaanleg, gazons en infrastructuurwerken. Hun enthousiasme en professionalisme triggerden ons om hun verhaal te brengen.

GreenTechPower: ‘Hoe zijn jullie op het idee gekomen om zelfstandig te starten?’

Johan: ‘Kathleen en ik zijn in 1995 begonnen. Ik had op dat moment een auto, een motoculteur, een aanhanger en een kruiwagen. Met andere woorden: we zijn dan vanaf nul gestart. Naast mijn vaste job bij een watermaatschappij ging ik na mijn uren voor mezelf werken in bijberoep. Naarmate het werk begon toe te nemen heb ik mijn vast werk opgezegd en mij volledig gericht op onze eigen zaak. De focus lag toen vooral op onderhoud en gazonaanleg. Dat is met de jaren wel veranderd.’

Kathleen: ‘Nadat onze zoon Steven in 2013 in de zaak kwam, is het wel echt geboomd (lacht). Hij wou meer vooruit met de zaak waardoor we het aanbod beperkt hebben en nieuwe diensten toegevoegd met de focus op snel en efficiënt werken. Langzaamaan is het onderhoud verminderd zodat het doenbaar werd voor Joyce, onze schoondochter die mee in de zaak zit, en mezelf. In de zomer is er meer snoeiwerk en dan helpen de mannen nog wel eens mee.’

GTP: ‘Lag het voor de hand dat Steven mee in de zaak zou stappen?’

Steven: ‘Eigenlijk wel, van jongs af aan ben ik altijd mee geweest met mijn ouders. Vanaf mijn twaalf jaar ging ik op zaterdag, in de vakanties en op vrije dagen mee. Ik koos tijdens het middelbaar ook voor een opleiding aan de tuinbouwschool van Herentals. Op mijn achttien jaar ben ik gestopt met mijn studies en gaan werken in de zaak van mijn vader.’

GTP: ‘Blijft het orderboek goed gevuld ondanks het feit dat er toch heel wat nieuwe tuinbouwbedrijven opduiken?’

Steven: ‘We richten ons vooral op totaalprojecten en hebben daardoor minder concurrentie van kleinere bedrijven. Je moet de dag van vandaag al voldoende gemechaniseerd zijn om te voldoen aan de wensen van de klant en vlot te kunnen werken. Hoe beter je gemechaniseerd bent, hoe meer je alles op elkaar kan afstemmen om de kosten in de hand te houden. Op deze manier werken we beter en sneller. Zo heb je alles van A tot Z in de hand en ben je beter ingespeeld op elkaar. Dit komt ook de klant (en zijn portefeuille) ten goede.’

GTP: ‘We zien in de loods heel wat machines staan. Op welke basis kiezen jullie voor welk materieel?’

Johan: ‘Voor het handgereedschap gaan we zo goed als altijd voor het merk Stihl. De tractoren zullen altijd John Deere blijven. We hebben andere merken getest en voor ons is John Deere de beste match. We vinden het belangrijk om te blijven vergelijken tussen verschillende merken. Soms zitten er enkele jaren tussen en is een bepaald model in tussentijd beter geworden of althans beter passend voor ons. Heel af en toe laten we producten aanpassen of samenstellen. Gelukkig kan ik hiervoor op mijn schoonzoon rekenen. Hij kan lassen en kan goed overweg met elektriciteit: handig dus om kleine zaken aan te passen.’

GTP: ‘Jullie besteden het onderhoud van machines uit?’

Steven: ‘Dat klopt, een goede mechanieker is er aan ons niet verloren gegaan (lacht). Het onderhoud van de machines, het vervangen van olie, defecten oplossen … We hebben er gewoon de tijd niet voor. We hebben wel een goed contact met onze dealers waardoor we vlot en snel hulp krijgen. Daardoor verliezen we weinig tijd zodat we ons ander werk zonder veel kopzorgen kunnen verderzetten.’

GTP: ‘Is dit een oplossing om efficiënter te werken?’

Steven: ‘Absoluut. Voor je het weet, zit je meer in je auto dan je effectief aan het werken bent voor de klant. We laten daarom het onderhoud opvolgen door onze dealers uit de buurt. Voor onze tractoren is dat Antens uit Brecht en Baarle-Hertog. Voor het kleine materieel gaan we bij Van De Poel in Emblem en Oris-Wuyts Tuinmachines in Rijkevorsel. Voor de andere machines kunnen we dan weer terecht bij Kenis uit Loenhout. Ook die samenwerking loopt heel vlot.’

GTP: ‘Voor welke diensten kunnen de klanten bij jullie terecht?’

Johan: ‘Onze focus ligt op totaalprojecten. Daarbij aanleg, onderhoud en renovatie van gazons en sportvelden, grond- en infrastructuurwerken, nivelleringswerken … Dat vullen we aan met landschapsonderhoud zoals klepelmaaien, machinaal snoeien enzovoort.’

GTP: ‘Werken jullie met twee?’

Johan: ‘Nee, onze twee vrouwen werken ook nog mee in het bedrijf, maar vooral in het onderhoud of aanbrengen van materiaal. Steven en ik richten ons op de totaalprojecten en alles wat machinaal is. We hebben ook overwogen om met personeel te werken. We kennen meer en meer mensen die het echt afraden omdat je ze elke dag aan het werk moet houden. We hechten echt heel veel belang aan het persoonlijk contact. In de zomer hebben we onze vaste studenten die meegaan. Deze kennen we vooral via kennissen en vrienden. Het werkt voor ons op deze manier heel goed.’

Steven: ‘Het gaat wel echt goed met ons vier en daarbuiten nog extra zelfstandigen die regelmatig bijspringen waardoor we heel wat werk kunnen verzetten. We kunnen ze dan ook inzetten op hun specialiteit. Wanneer je zou werken met verschillende ploegen dan moet je ze ook altijd voorzien van werkmateriaal. Om alles rond te krijgen zouden we met ongeveer vijf man moeten zijn. Mijn schoonbroer gaat ook geregeld mee op de werf.’

Kathleen: ‘Het wekelijks onderhoud is vooral voor Joyce en mij. Ook tijdens het werken zelf brengen wij materiaal aan zodat Steven en Johan hieraan geen tijd moeten verspillen.’

GTP: ‘Hebben de vrouwen dan ook een voorgeschiedenis in de sector?’

Joyce: ‘Ik heb altijd in de zorg gewerkt. Met de kindjes erbij nu en mijn uren in de zorg zagen we elkaar bijna niet meer. Ze hadden hulp nodig dus ik ben er mee ingerold.’

Kathleen: ‘Ik heb destijds landbouwschool gedaan. Nadien heb ik vooral veel thuis gewerkt. Het werk sprak me aan waardoor ik bij de opstart met Johan veel ben mee geweest om zo de kneepjes van het vak te leren. Intussen behaalden Joyce en ik ons rijbewijs BE en sinds enkele maanden kan je mij ook tegenkomen met de vrachtwagen.’

GTP: ‘Zorgt dat samenwerken met familie soms niet voor spanningen?’

Steven: ‘Dat gebeurt soms, maar nadien praten we dat uit bij een pintje. We zijn dat intussen al zo gewoon dat we er niet meer over nadenken.’

Kathleen: ‘Ik ben zo goed als altijd op mijn eentje weg dus ik heb er echt weinig last van.’

Johan: ‘Goh, dat valt eigenlijk wel goed mee. Ik neem het altijd op mij dan is het ook wat sneller opgelost (lacht).’

GTP: ‘Hebben jullie de afgelopen twee jaar een stijging gezien op het vlak van aanvragen of offertes?’

Steven: ‘Eigenlijk niet echt. We zitten nu vol tot eind september, zeker bij de totaalprojecten. Hier en daar kunnen we er nog kleine werkjes tussen nemen zoals gazons zaaien, verticuteren, beluchten … of kleine grond- en nivelleringswerken. Als het te klein is dan nemen we het ook niet aan. Als we niet met de bulldozer of de kraan moeten werken dan blijven we liever binnen.’

GTP: ‘En de prijsstijgingen van materiaal?’

Johan: ‘Ik denk dat dat vooral nu zal komen. Nu zijn de prijzen gestaag de hoogte in gegaan. Tegenwoordig werken we op dat vlak met een dagprijs. We vermelden dat in de facturen om misverstanden te voorkomen. We hebben werven waar we zonder discussie mogen bestellen wat we nodig hebben. De twijfel is vaak bij particulieren. Terecht, want een verschil van ineens enkele duizenden euro’s, dat komt wel binnen.’

GTP: ‘Wie neemt dan de administratie op zich?’

Johan: ‘Dat doe ik met mijn notitieboekje, althans voor een klein gedeelte. Computerzaken zijn echt mijn ding niet. Ik schrijf en reken alles volledig uit en mijn vrouw typt de offertes uit om naar de klanten door te sturen. Zondag is ook mijn vaste dag om langs te gaan bij klanten. Rond 9 uur vertrek ik tot ‘s middags.’

Steven: ‘Tijdens de week zijn we bezig en is er geen tijd om vragen te beantwoorden of wat dan ook. Ik vraag liever om te mailen. Op die manier hebben we een beter overzicht om alles in te plannen. Soms kan het natuurlijk ook een maand duren voordat mijn vader langskomt. Elke klant verdient een correcte offerte en die kan je alleen maken als er tijd genomen wordt om te luisteren naar wat die klant echt nodig heeft.’

GTP: ‘Zitten jullie werven in de buurt of zijn er geen grenzen?’

Johan: ‘We proberen ons te beperken tot onze eigen regio. In het begin hebben we net als andere starters heel ver gereden. Op termijn ben je beter af als je dichter werkt, want je zit anders meer op de baan dan op de werf. We geven het project of het werk dan liever door aan een aannemer die we kennen uit de buurt van de klant.’

GTP: ‘Staan er nog grote investeringen op het programma?’

Steven: ‘Laten we zeggen dat we nu wel goed voorzien zijn. De laatste jaren werd er hard in transport geïnvesteerd. Een vrachtwagen met containerhaaksysteem en dieplader, een drieasser-containerhaaksysteem voor achter de tractor en elf containers in verschillende maten. Daarnaast hebben we drie jaar geleden de nieuwe loods gebouwd. Dat was nodig want soms waren we meer bezig met het verzetten van materiaal dan wat anders. Ondertussen heeft alles een plaats gekregen en is hij alweer een beetje te klein geworden.’

Steven: ‘We hebben onlangs nog een Knikmops bijgekocht omdat we deze ook direct in gebruik konden nemen. Het is lang wachten vooraleer de machines geleverd worden bij de dealer. Daardoor zie je net een serieuze prijsstijging in de tweedehandsmarkt. Als we een machine voor korte tijd nodig hebben, dan gaan we ze huren. Maar het brengt ook altijd een stukje stress mee. Je eigen materieel ken je volledig waardoor je vlot kan starten dus je moet je telkens weer aanpassen bij het huren van een ander merk. Ook zit je echt vast aan het weer. Wanneer tijdens de huurdagen veel regen voorspeld wordt of er gaat iets mis dan zit je alweer een week verder in je planning waardoor alles opschuift.’

GTP: ‘Jullie hebben ook al opvolging voorzien hadden we gehoord?’

Joyce: ‘Dat klopt. De oudste kent alles al zeer goed. Soms ben ik aan het koken en komen Steven en Johan aan, waardoor de kinderen alles laten vallen om naar de machines te gaan kijken. Daar sta je dan met je eten, maar tegelijk is het fijn dat ze ook de smaak te pakken hebben.’

Kathleen: ‘Jong geleerd is oud gedaan hé.’

GTP: ‘Hoe hebben jullie de volgende jaren ingekleurd?’

Johan: ‘Vooral verderdoen zoals we bezig waren. Toekomstgericht is het wel de bedoeling om na mijn pensioen de hele zaak over te dragen aan Steven. Recent heeft Steven dan ook een zaak opgericht om dit wat makkelijker te maken. Hopelijk kan nadien een van de kinderen het overnemen. We zien dat er bij de kinderen alvast veel passie en zin voor dit werk aanwezig is.’

Ook interessant voor jou