Torfheide: de tuin als verlengde van de woning

8 november 2020
Peter Menten
Peter Menten en Jeroen Van der Veken

Rustieke villa’s en tuinen met struikmassieven en parterres verdwijnen stilaan uit het landschap. In de plaats komen strakkere woningen waarvan de leefruimte in de tuin overloopt. Die tuin wordt op zijn beurt ingekleed met meer vasteplanten en verandert daardoor meerdere keren per seizoen van kleur. Dit wordt gecombineerd met organische vormen vangroenblijvende heesters. Iemand die […]

Rustieke villa’s en tuinen met struikmassieven en parterres verdwijnen stilaan uit het landschap. In de plaats komen strakkere woningen waarvan de leefruimte in de tuin overloopt. Die tuin wordt op zijn beurt ingekleed met meer vasteplanten en verandert daardoor meerdere keren per seizoen van kleur. Dit wordt gecombineerd met organische vormen vangroenblijvende heesters. Iemand die dagelijks mag omgaan met dit samenspel tussen woning en tuin is Jeroen Van der Veken, die verantwoordelijke is voor de aanleg en het onderhoud van tuinen bij tuinaannemingsbedrijf Torfheide in Schilde. Naast het beheer van de eigen tuinen worden er ook tuinen voor particulieren aangelegd en onderhouden.

Torfheide is al decennialang een begrip in de Noorderkempen. In de beginjaren als plantenkwekerij en groot particulier tuincenter, sinds enkele jaren als tuinaannemingsbedrijf voor de grotere tuinen. Het bedrijf is gelinkt aan Costermans Projecten, een projectontwikkelaar die al meer dan 20 jaar kwaliteitswoningen bouwt. Waar het bedrijf startte met de bouw van villa’s op de betere locaties, is het accent nu verschoven naar het ontwikkelen van luxe woonresidenties en assistentiewoningen. We hadden een gesprek met Jeroen Van der Veken over tuinaanleg voor eigen rekening en voor derden. Aanleiding voor het gesprek was de aparte visie van Torfheide op het maaien van gazons met robotmaaiers.

De robot als beter alternatief voor het maaien

Jeroen Van der Veken: ‘We waren al een poosje aan het uitkijken om de tijd die we aan de wekelijkse maaibeurten spendeerden op een zinvollere manier in te vullen. Bij wijze van experiment zijn we toen begonnen met in een aantal van onze eigen tuinen robotmaaiers van Husqvarna te zetten. In het begin liep dat helemaal niet van een leien dakje, maar naarmate de machines en de techniek verbeterden, zijn wij beginnen nadenken of we op sommige plaatsen de maaibeurten niet konden vervangen door een robotmaaier. Iemand die achter een maaier loopt, kost immers veel geld en is op de drukste momenten dat we hem het meest nodig hebben aan het maaien. Een grasmaaier maakt bovendien veel lawaai en is gevoeliger voor slijtage in vergelijking met een robot. Wij hebben toen een heel deel van onze tuinen voorzien van een robotmaaier. Bij alle particulieren waar we het onderhouddoen, hebben we onze ervaringen met robotmaaien gedeeld en de vraag gesteld of zij wilden overgaan op robots in plaats van het gewone maaien. Zij zouden de robot zelf aankopen bij de dealer, die op zijn beurt voor het onderhoud ging zorgen.’

Minder bemesten dankzij robots

Jeroen: ‘Het gras is altijd groen, gaat veel sterker de winter in en komt er veel sterker uit. En voordien werd er vier tot vijf keer per jaar bemest, nunog maar twee keer met een aanvullende bekalking in de winter.’

De eerste ervaringen

Jeroen: ‘Mensen moeten ook wennen aan het idee van een robotmaaier. Bij de installatie van de maaier is er bijvoorbeeld een border die wat laag zit, of een boomwortel die opsteekt uit de grond. Door zulke obstakels loopt die robot in het begin soms vast. Eens het geheel loopt, gebeurt het zeer zelden dat hij nog vastloopt. De weerstand van mensen is ondertussen ook weg en ze werken zelfs vlot mee. Als er effectief een omvangrijker probleem is, dan worden wij gecontacteerd. De mesjes worden regelmatig vervangen als onze tuinmannen zien dat het gras iets minder mooi wordt afgesneden. De maaier proper maken is iets wat we elke 2 tot 3 weken doen als onze mensen bij de klant passeren.’

Voordelen voor iedereen: zinvollere besteding van de werktijd

Jeroen: ‘Ons personeel was in het begin bang om werk te verliezen, maar de praktijk geeft net het omgekeerde aan. Als ik een korte calculatie maak, kom ik op het volgende uit: een tuinarbeider kost tussen 38 en 43 euro per uur en voor de grasmaaier inclusief benzine komt daar nog eens 10 euro per uur bij. Dat is 50 euro zonder het verzamelen en wegvoeren van het gras, de kost voor de afvalverwerking en de transporttijd. Over een heel jaar gezien waren onze tuinmannen 60% van de tijd gras aan het maaien. In heel drukke periodes van snoei of ziekte- en onkruidbestrijding merkte ik dat het fijnere onderhoud ging lijden onder het grasmaaien. De klant wil een strak gazon en dus dat er iedere week gemaaid wordt. We maaien uiteraard ook nog op de gewone manier, maar waar we kunnen en als de klant wil, installeren we robots. Het scenario is nu als volgt: de tuinman komt aan, maait de kanten iedere week of een keer per 2 weken en voor de rest focust hij zich op onkruid- en ziektebestrijding. Ondertussen wordt er gesnoeid en oogt de tuin meer onderhouden.’

Goede afspraken met de klanten maken

Jeroen: ‘Wij hadden een all-inonderhoudscontract met onze klanten. All-in betekent: een onderhoudscontract van 1 januari tot 31 december waarbij de tuin altijd in orde is, ongeacht het aantal maaibeurten. We ruimen zelfs dakgoten, bladeren, rioleringsputjes, groenaanslag op terrassen … En wij trachten proactief te werken. Op het moment dat wij de beslissing namen om met robots te gaan maaien, hebben wij de klanten zelf de keuze gelaten. Als de klant de maaier koopt, dan passen wij de kostprijs van het onderhoudscontract met 30 tot 40% naar beneden aan. We gaan ervanuit dat de robot toch 3 à 5 jaar meegaat. Het onderhoud van die robot doet de dealer en hij factureert het dus rechtstreeks aan de klant. Bij sommige klanten met een minder onderhoudsintensieve tuin hebben wij het onderhoud van wekelijks naar tweewekelijks gebracht.’

GreenTechPower: ‘In welke periodes maaien jullie (of de robots) dan?’

Jeroen: ‘We starten meestal begin maart bij circa 12 à 15°C en afhankelijk van het seizoen kan dat uitlopen tot de tweede week van november, envorig jaar zelfs tot begin december. Bij sommige klanten zijn we zelfs later nog eens een extra maaibeurt moeten gaan uitvoeren. Wij laten het gras altijd iets doorgroeien omdat het dan langer de winter ingaat en minder gevoelig is voor schade.

GTP: ‘Wie zijn jullie klanten van de tuinaanleg?’

Jeroen: ‘Hoofdzakelijk particuliere klanten. Wij zitten iets minder in de tuinaanleg omdat we de handen vol hebben met onze eigen projecten. Toch ga ik onze tuinaanleg wel altijd voorstellen bij de klanten. De ervaring leert dat als je het robotmaaien voorstelt, er weinig mensen op afhaken. Je maakt een offerte voor de tuinaanleg, de werken vorderen en als je goed argumenteert, zien de mensen het voordeel van robotmaaien en happen ze meestal wel toe. Met de huidige stand van de techniek en de kwaliteit van de machines durf ik dat nu wel iedere keer voorstellen.

Verder hebben we de machine en de flexibiliteit ook op afstand in de hand: de app om de robot te bedienen die werkt fantastisch! Het is bijvoorbeeld een heel droge periode, dus je zet de maaier wat hoger met de smartphone. Of mensen hebben een feest en je laat hem bijvoorbeeld 3 dagen naar zijn laadstation gaan. Dat kan allemaal vanop afstand bediend worden. Mensen genieten van de rust in plaats dat er iedere week iemand hen komt storen met een grasmaaier. Af en toe komen we eens bladblazen, maar met de maaier worden zelfs fijne en kleine hoeveelheden blad eenvoudigweg gemulcht.’

GTP: ‘Willen jullie op termijn alle machines op accu?’

Jeroen: ‘Waar mogelijk willen we dat graag doen. Maar de accutechniek is nog niet geschikt om alle machines een hele dag van stroom te voorzien.’

GTP: ‘Hoe onthaalt het personeel de accumachines?’

Jeroen: ‘Eerst was er afkeer. Echt afkeer. In de eerste plaats leefde de idee dat deze machines minder krachtig zouden zijn. Ik overtuigde onze arbeiders ervan dat we op termijn wel moeten: tegenover de klanten, voor het milieu … En op termijn gaan die gemotoriseerde dingen op fossiele brandstof er ook uitgaan, bij alle fabrikanten. Onze eerste test was een heggenschaar op accu die we als demo hadden. Na een week gebruik kreeg ik al andere geluiden te horen: men was unaniem positief. Ze ligt bijzonder licht in de hand, en al wat je hoort is het geluid van de messen die over elkaar schuiven en het snijden van de plant. Geen stank van benzine, kortom: het is zoveel aangenamer om mee te werken. Bij handgereedschap met een brandstofmotor heb je het gevoel van kracht, maar een professioneel, accu-aangedreven heggenschaar moet er niet voor onderdoen. Een nadeel zou zijn dat als we hele grote hagen een stuk moeten terugzetten, dat dan wel moeilijk gaat worden. Die dikke takken doorkrijgen dat gaat misschien wel problemen geven. Het koppel op het mes is immers kleiner met een accumachine, waardoor die dikkere takken gaan blokkeren. Een accumachine gaat sneller stoppen wegens overbelasting, daar waar een benzineversie nog zal blijven doortrekken op lager toerental. Ik merk in de praktijk dat als ze mogen kiezen, ze altijd de accuversie als eerste meenemen. Wij gebruiken ook kleine handblazers, dat is handig om een kleine opkuis te doen. We zitten hier bijvoorbeeld in een residentie met senioren en die appreciëren de lawaaiarme omgeving. Hier staan 89 units met assistentiewoningen en daar mogen we niet met benzine-aangedreven machines werken. Als er zwaar blad ligt of takken na een storm of zo, dan nemen we even de zwaardere blazer. Maar onder normale omstandigheden voldoet de accuversie.’

GTP: ‘ Welke projecten doen jullie in tuinaanleg?’

Jeroen: ‘Wij zitten meestal in de villabouw. Wij ontwerpen zelf en doen de aanleg. Grond- en verhardingswerken besteden we uit, meestal aandezelfde onderaannemers. Wij proberen ons te focussen op werken waar we een goed rendement in halen en waarvan we weten dat we ze goed kunnen. Het laatste nivelleren, de finishing touch, dat doen we zelf, net als het inzaaien. Maar al het voorbereidende werk tot en met de zaaibedvoorbereiding, dat besteden we uit. Wij willen geen extreem uitgebreid machinepark, maar enkel dat wat wij nodig hebben. Wij hebben de juiste machines voor onze stiel en die worden bij ons goed gebruikt.’

GTP: ‘Op welke basis kiezen jullie tussen zelf doen of uitbesteden?’

Jeroen: ‘We hebben nu 6 man personeel, net voldoende om onze tuinen aan te leggen, te beplanten, te maaien en te onderhouden. Wij onderhouden een veertigtal tuinen, waarvan een heel groot gedeelte gemaaid wordt door robotmaaiers. De tuinen variëren in oppervlakte tussen de 1.500 en 9.000 m2. Dat is plezant werken en met zulke tuinen krijg je dan ook een band als tuinarbeider.’

Minder maaien is meer ruimte voor het echte onderhoud

Jeroen: ‘Onze meestergast is zeer hard bezig met de planten. Hij doet mee aanleg en onderhoud, maar wandelt evengoed door de tuinen om te kijken hoe de planten eraan toe zijn. Hij kent het vak vaak beter dan de externe adviseurs. Ik moet zelden adviseurs inroepen voor ziektebestrijding. Hij ziet dat heel snel. Neem nu bijvoorbeeld de buxus: wij hebben op de kwekerij een aantal hectaren buxus staan en al onze tuinen zijn voorzien van buxusmassieven van 1,5 tot 2,5 m hoog. En toch hebben we geen enkele tuin met problemen gehad. Geen mot noch schimmel!’

Evolutie in de tuinaanleg

Torfheide heeft een eigen vast en trouw cliënteel. Doordat ze meer budget van de klant krijgen, kunnen de specialisten hier iets creatiever omspringen met tuinaanleg of bezig zijn met dingen waar anderen niet toe komen. Bij de aanleg proberen zij altijd in te zetten op grote massieven en grote planten. Ze kweken die zelf en kunnen daardoor ook iets scherper in de markt staan. Als zij een tuin aanleggen, moet die echt af zijn vooraleer ze vertrekken. Jeroen, die afstudeerde als tuin- en landschapsarchitect, merkt dat er een grote evolutie is in de plantenkeuze. Hij is nu zelf veel meer bezig met vaste planten.

Jeroen: ‘Dat is heel creatief werken, heel natuurlijk. Die partijen aan de terrassen met die hagen en buxussen, dat is helemaal passé. Mensen vragen om dat weg te halen en te vervangen door iets dat organischer en natuurlijker is. Die trend is ook mee geïnspireerd door de droge zomers. Een vaste plant is daar immers veel minder gevoelig voor en gaat veel makkelijker naar zijn water zoeken. Ook qua materiaalgebruik evolueert er heel wat: de lelijke betontegels van destijds zijn vervangen door mooie, keramische terrastegels: een bijna perfecte imitatie van natuursteen. Mensen gaan renoveren, huizen komen in het wit met wat zwarte ramen erbij … Alles wordt veel strakker en cleaner, en dat trekken de huisbewoners naar buiten door. Een aantal mooie massieven in wintergroene beplanting en dat in combinatie met bijvoorbeeld cortenstaal, dat komt ook veel voor. Of de combinatie van gepoederlakt staal met zwarte ramen in combinatie met de natuurlijkheid van die vaste plant, dat vind ik een enorme troef.’

page16image3630740800

Ook interessant voor jou