Waar hou ik best rekening mee als ik mijn gazon wil verjongen?

23 mei 2022
Christophe Daemen
Christophe Daemen

Met het voorjaar in zicht krijgt een mooi gazon opnieuw prioriteit op het verlanglijstje van particuliere klanten en eigenaars van sportvelden. Intensief gebruik, onkruidontwikkeling, verschillende ziektes en een natte winterperiode hebben de grasmat zodanig verzwakt dat ze toe is aan een goede onderhoudsbeurt. Hoe we die kunnen geven, beschrijven we hieronder. We beschrijven eerst de […]

Met het voorjaar in zicht krijgt een mooi gazon opnieuw prioriteit op het verlanglijstje van particuliere klanten en eigenaars van sportvelden. Intensief gebruik, onkruidontwikkeling, verschillende ziektes en een natte winterperiode hebben de grasmat zodanig verzwakt dat ze toe is aan een goede onderhoudsbeurt. Hoe we die kunnen geven, beschrijven we hieronder.

We beschrijven eerst de voornaamste oorzaken die aan de basis liggen van een ‘verzwakte’ grasmat. Vervolgens besteden we aandacht aan de technische ingrepen die elke tuinaanlegger of beheerder van sportvelden kan uitvoeren vooraleer er overgegaan wordt naar meer ingrijpende maatregelen zoals heraanleg.

Viltvorming

Een eerste factor is viltvorming. Vilt is een ophoping van organisch materiaal, dat bestaat uit bladeren, afgestorven stengels en wortels die zich ontwikkelen tussen de grasblaadjes en de grondoppervlakte. Vilt bestaat dus uit cellulose, hemicellulose en houtstof. De bodemorganismen verteren dit organisch materiaal. De verwerking van cellulose verloopt relatief gemakkelijk terwijl de verwerking van houtstof veel ingewikkelder is. De keuze van het graszaad is belangrijk omdat de ene soort gevoeliger is voor viltvorming dan de andere.

De stengels en wortels van zwenkgras bevatten bijvoorbeeld dubbel zoveel houtstof als die van struisgras of veldbeemdgras.
De ophoping van vilt wordt veroorzaakt door verschillende factoren: een slechte bodemstructuur, een slechte pH (een te lage of te hoge pH remt de activiteit van micro-organismen stevig af), de grassoorten of ongepaste cultuurtechnische ingrepen.

Vilt is nefast voor het in stand houden van een goed gazon:

  • Het is een mechanisch onstabiele laag die het degraderen van het gazon bevordert.
  • Vilt doet dienst als een spons. Het houdt dus water tegen als het veel regent en droogt op als het niet regent. Vilt is bovendien zeer moeilijk vochtig te houden zonder gebruik te maken van uitvloeiers.
  • Vilt is een echte vergaarbak voor ziektes.
  • De wortels van het gazon blijven liever ter hoogte van het vilt in plaats van voedingselementen dieper te gaan zoeken, in de ‘goede’ grondlaag.
  • In anaerobische omstandigheden (zonder lucht), als er bijvoorbeeld drainageproblemen waargenomen worden, zal vilt eerder rotten dan afgebroken worden door de micro-organismen. Dat vertaalt zich door de vorming van een zwarte laag, de gekende ‘Black Layer’. Deze laag gaat het doorwortelen van het gazon belemmeren.

Grote hoeveelheden vilt zijn een belangrijk signaal van degradatie van het gazon. Preventie is veruit de beste methode en dat kan door bijvoorbeeld al grassoorten te kiezen die weinig houtstof produceren. Als er zich dan toch vilt heeft gevormd, omdat we met een bestaand grasveld te doen hebben, dan levert een opvolging met biologische middelen meestal goede resultaten op.

Onkruidvorming

Een andere belangrijke factor die druk op het gazon legt, is onkruidgroei. De aanwezigheid van onkruiden zal de botanische samenstelling van het gazon met de tijd veranderen. Door de zwakheid van het gazon of overwoekering door externe factoren zoals verwondingen van de plantjes, ziektes, intensief gebruik, urine van dieren en dergelijke ziet men regelmatig dat andere organismen de plaats van het gazon innemen en zich dan verder ontwikkelen. Dat is bijvoorbeeld het geval met alle onkruiden (klaver, madeliefje, weegbree, cichorei …) en mossen (voornamelijk Bryum en Hypnum). De kolonisatie is des te groter als het gazon zwak of ziek is.

Bodemverdichting

Een derde belangrijke factor die vaak onderschat wordt, is de bodemverdichting. Dit fenomeen treedt op door de natuurlijke verdichting van de grond, door neerslag, machines en niet in het minste door de impact van spelers die de grond ‘aantrappen’. Bodemverdichting wordt eerder waargenomen in zware klei- en leemgronden dan in zandrijke gronden. Dat heeft te maken met de dikte van de korrelstructuur van die bodemsoorten. Klei heeft een kleinere korrel en kan dus meer samengedrukt worden.

De verdichtingszone is variabel en de diepte varieert in functie van de grondsoort en het gewicht, de draagoppervlakte en de bandenspanning van de onderhoudsmachines die op het terrein rijden. Of door het aantal keren dat spelers op een bepaalde plaats lopen, zoals bijvoorbeeld het doelgebied bij voetbal. Door de bodemverdichting verloopt de lucht- en waterstroming in de grond moeilijker, terwijl de wortels van het gazon minder diep zullen geraken en dus minder beschermd zullen zijn. Bovendien worden de voedingselementen minder goed opgenomen door de wortels.

Bestaan er oplossingen?

De degradatie van het gazon is vaak te wijten aan een combinatie van de hierboven beschreven problemen. Om ze op te lossen, gaat menregeneratiewerkzaamheden uitvoeren. In functie van de omstandigheden en van de staat van de grasmat zullen deze werkzaamheden apart of in combinatie uitgevoerd worden.

Beluchten of vertidraineren

Bij het beluchten worden tanden of messen in de grond geprikt zodat de verdichting verholpen wordt. Naargelang het materiaal dat gebruikt wordt, kan men ook grondpellets uit de bodem halen.

Dankzij een verbeterde lucht-waterhuishouding zal beluchting de groei van de wortels stimuleren en de activiteit van de micro-organismenbevorderen. Daardoor zal het organisch materiaal beter en sneller afgebroken worden.

Het verdient de voorkeur om te beluchten tijdens de actieve groei van het gazon, tenzij bij specifieke problemen die dringend moeten wordenaangepakt.
In de regel – voor gewone gazons – gaat men een eerste beluchting in mei uitvoeren gevolgd door een tweede in september. In functie van de grondeigenschappen en de bezetting van het terrein zullen de beluchtingsbeurten minstens één keer per jaar en maximaal één keer per maand plaatsvinden.

De werkdiepte wordt vastgelegd in functie van de bodemstructuur en van de gemeten bodemverdichting. Bepaalde machines werden ontworpen om te kunnen beluchten tot een diepte van 50 cm. Andere machines zijn uitgerust met tanden die een pendelbeweging maken. Daardoor wordt er naast de gewone beluchting ook een laterale beweging uitgeoefend, zodat de bodem gescheurd wordt en dus de verdichte zone ook scheurt. Grondpellets uithalen (door middel van holle tanden) wordt meestal gedaan als er een deel van het vilt en/of een deel van de grond moet worden weggehaald. Dat is het geval bij een slechte bodemstructuur. In het algemeen wordt de beluchting gevolgd door het verdelen van een grondverbeteringsmiddel (dat achteraf in de gaten geborsteld wordt. Dat kan op basis van een grondanalyse, maar meestal gebruikt men zand.

Verticuteren

Bij het verticuteren worden gleufjes in de grond getrokken (en in het vilt als het aanwezig is) door middel van een machine met verticale messen die tegen hoge snelheid draaien.
De werkdiepte wordt bepaald in functie van de dikte van de viltlaag. Normaal gezien beperkt deze werkdiepte zich tot 5 cm. Tijdens het verticuteren worden het vilt en een deel van het gazon losgetrokken. Het is dus belangrijk om dit tijdens een periode van actieve groei van het gazon te doen. Bovendien moeten de beregening en de bemesting op deze onderhoudsbeurt worden afgestemd. Afhankelijk van de vorming van het vilt zullen jaarlijks één à twee behandelingen nodig zijn.

Beheer van onkruid en mossen

Als gouden regel geldt nog altijd: ‘beter voorkomen dan genezen’. Inderdaad, het optimaal onderhouden van een gazon zal de vorming van mos en onkruiden tegengaan. Door het gazon in optimale groeiconditie te houden, zal men minder moeten strijden tegen mossen en onkruiden. Als onkruid en mossen dan toch de bovenhand halen, gaat men teruggrijpen naar bespuitingen of specifieke producten. Idealiter worden deze werkzaamheden altijd uitgevoerd tijdens de actieve groei van het gazon, na een bemesting en voor het verticuteren.

1. Doorzaai

Zoals de naam al aangeeft, is het een zaaitechniek aangepast voor bestaande grasvelden, die tot doel heeft om een hogere gazondichtheid te bekomen op de plaatsen waar het nodig is (na een ziekte, na een onkruid- of mosbestrijding, na een intensief gebruik …).

Doorzaaien gebeurt met zaaimachines waarmee tussen het bestaande gazon wordt gezaaid zonder dit te beschadigen. Op de kale plekken zullen meestal verschillende werkgangen in twee richtingen nodig zijn om een optimale zaaidichtheid te bekomen. Bij doorzaaien is de keuze van het graszaad van uiterst belang. Dat moet vooreerst snelkiemend en de juiste variëteit in functie van het gebruik van het gazon zijn.

2. Bemesting

De bemesting is de ‘final touch’ voor de regeneratie van een gazon en zal plaatsvinden op basis van een bodemanalyse. De meststoffen zullen ofwel juist voor het doorzaaien ofwel juist erna worden aangewend.

De regeneratie van gazons is onmisbaar. Het wordt aangeraden om zoveel mogelijk preventief te werken, zodat de verschillende behandelingen ook zo licht mogelijk blijven en de grasmat er zo weinig mogelijk van afziet. Bij een curatieve behandeling zullen de beschreven werkzaamheden moeten toelaten om een gazon te redden, zelfs als het in zeer slechte staat is, zonder opnieuw van nul te moeten beginnen.

Ook interessant voor jou