VinZent is de naam van dit nieuwe beschermschild van de Duitse firma BaSt-Ing tegen vallende takken tijdens boswerkzaamheden. De naam is afgeleid van Sint-Vincentius van Valencia, die wordt beschouwd als de patroonheilige van de houthakkers. De ‘bescherming tegen vallende takken’ is hier meer dan een vrome wens, blijkt uit de ervaring van gebruikers. Vallende dode […]
VinZent is de naam van dit nieuwe beschermschild van de Duitse firma BaSt-Ing tegen vallende takken tijdens boswerkzaamheden. De naam is afgeleid van Sint-Vincentius van Valencia, die wordt beschouwd als de patroonheilige van de houthakkers. De ‘bescherming tegen vallende takken’ is hier meer dan een vrome wens, blijkt uit de ervaring van gebruikers.
Vallende dode takken zijn een groot gevaar, vooral bij het kappen van beschadigde loofbomen of keverhout. Bosbouwspecialist BaSt-Ing ontwierp daarom zijn VinZent-beschermingsconcept. Dit is een soort beschermer die de bosarbeider op zijn rug draagt. De verkoopprijs ligt rond de 700 euro.
Het concept is inmiddels officieel getest en erkend als persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Het heeft daarvoor de vereiste tests doorstaan. Daarbij werd onder andere een gewicht van 11 kg vanaf een hoogte van 5,60 m op een horizontale dummy gegooid, die de bescherming op zijn rug droeg. Het systeem is grotendeels uit aluminium gemaakt. Een tweede deel van circa 72 bij 31 cm wordt op de platte onderplaat van circa 73 bij 46 cm geschroefd ter bescherming van nek en hoofd. Met de vijf schroeven kan de hoogte van de hoofdbescherming worden aangepast. Voor deze eenvoudige basisinstelling heb je wat extra gereedschap nodig.
De afstand tot het hoofd wordt zo gekozen dat de bewegingsvrijheid en het zicht naar boven niet worden beperkt, zelfs niet bij het dragen van een boshelm met open vizier. Gebieden in het hoofdeinde die niet in direct contact komen met het lichaam zijn bekleefd met viltmatten, onder andere om condensatie te voorkomen en vooral om geluid te dempen. Het draagsysteem is bevestigd aan het onderste deel van de VinZent. De draag- en heupgordel en het gebied van de rug zijn goed opgevuld. De lengte van de bandjes is relatief eenvoudig aan te passen zoals bij een rugzak. Met handschoenen aan wordt het onhandig om de VinZent aan te trekken, hier zouden iets grotere gespen of sluitingen een oplossing kunnen bieden. Een extra handvat in het bovenste deel van de riemen is praktisch om de VinZent te transporteren. Onze testunit woog volledig ongeveer 5,8 kg. Met goed afgestelde bandjes is het draagcomfort in orde. Uiteraard beperkt de VinZent de bewegingsvrijheid van de bosarbeider. Maar dat scheelt van persoon tot persoon: ieder heeft zijn eigen ‘houding’ en de praktijk leert dat de beperkingen op een aanvaardbaar niveau zitten. Het is vergelijkbaar met toen destijds de ‘beschermende zaagbroeken’ opkwamen. Toen stonden veel bosarbeiders er ook kritisch tegenover. Ondertussen is een veiligheidsbroek gemeengoed om in het bos te gaan. Wie met de VinZent echter dicht bij de stam werkt, die zal met de top van de hoofdbescherming tegen de top van de boom botsen. Dat is het enige vervelende puntje. De bewegingsvrijheid voor het hoofd zelf is goed, en het gezichtsvermogen is nergens beperkt. De uitgelaserde roosterstructuur van het hoofdgebied laat ook licht door.
Omdat de achterplaat het heupgebied afdekt, kun je geen heupgordel dragen. In veel gevallen dragen bosarbeiders een heupriem waar ze enkele gereedschappen aan hangen. Misschien zou het praktisch zijn als er ophangmogelijkheden waren voor gereedschappen op de achterplaat van de VinZent. Naar eigen zeggen is de fabrikant hier nog mee bezig.
Of de bescherming praktisch is om te gebruiken hangt af van het gevaar dat op de loer ligt. Als er veel bomen met dode takken in het werkgebied staan, dan is het risico op ongevallen natuurlijk groter en is de iets verminderde bewegingsvrijheid de faire prijs voor de extra veiligheid.