Maasmechelen is een gemeente in ons land met duidelijk stadse allures en is heel multicultureel door de vele immigranten die destijds meehielpen bij de steenkoolwinning. Een groot deel van de inwoners van het ‘klein Italië’ van ons land komt dan ook uit het Middellandse Zeegebied. De gemeente is duurzaam bezig en gaat steeds meer over op elektrische voertuigen. Bijzonder is dat alle kleine herstellingen en onderhoud aan het wagen- en machinepark in eigen beheer worden uitgevoerd, net als de productie en reparatie van het meeste (straat)meubilair.
De geschiedenis van Maasmechelen, een grens- en voormalige mijnbouwgemeente in Limburg, gaat op basis van archeologische vondsten terug tot circa 8.000 jaar geleden. Vanaf die periode kan bewoning in de Maasvallei worden aangetoond. Aan de voet van het Kempens Plateau lagen drogere gronden die vast verblijf mogelijk maakten. Duizenden jaren later legden de Romeinen de Heirstraat in Maasmechelen aan, een straat die nu nog steeds door de gemeente loopt. Deze heirbaan liep vanuit Maastricht naar het Nederlandse Nijmegen. Langs deze verbindingsweg lagen en ontstonden verscheidene nederzettingen.
Rivier- en mijnbouwgemeente
Omdat Maasmechelen natuurlijk langs de Maas ligt, bestond altijd het gevaar van overstromingen door de rivier. Om dit risico te beperken werden eeuwenlang dijken aangelegd of verhoogd. Omstreeks 1880 werden in het Belgische Maasland verschillende winterdijken aangelegd, waardoor de veiligheid toenam en de dorpen buiten deze dijken konden uitbreiden.
Een andere ontwikkeling die een sterke invloed heeft gehad op deze Maasgemeente is dat er heel veel steenkool in de grond zat. In dat kader werd in 1907 de S.A. Charbonnages Limbourg-Meuse opgericht. Als N.V. Steenkoolmijnen Limburg-Maas heeft deze organisatie tussen 1923 en 1987 in het noordwesten van deelgemeente Eisden steenkool gewonnen. Het winnen hiervan legde geen windeieren en al voor de Tweede Wereldoorlog werden volop grote woonwijken gebouwd. Vooral in de vrijwel onbewoonde gemeenschappelijke gronden, voornamelijk arme zandgronden met landduinen, heide en bossen, aan de overzijde van de Zuid-Willemsvaart en ten westen van de dorpskernen Eisden, Vucht, Mechelen en Opgrimbie. In het begin werden deze zogeheten ‘tuinwijken’ ontwikkeld door de mijnexploitant zelf, later door sociale bouwmaatschappijen.
Multiculturele gemeente
De huidige gemeente Maasmechelen is ontstaan na twee gemeentelijke fusies. In 1970 fuseerde Mechelen-aan-de-Maas met Eisden, Vucht en Opgrimbie. In 1977 volgden de huidige deelgemeenten Boorsem, Uikhoven, Leut en Meeswijk. De gemeente Maasmechelen heeft een oppervlakte van 76 vierkante kilometer en telt 40.000 inwoners, van wie één op vier een Italiaanse, en een iets kleiner deel een Turkse achtergrond heeft. De gemeente heeft veel natuur en zet steeds meer in op vergroening, hemelwaterinfiltratie, biodiversiteit en ontharding (minder asfalt en stenen dus). Volgens Pierre Wijnen, afdelingshoofd Patrimonium, Mobiliteit & Werken van Maasmechelen, zijn in de bossen van de gemeente zelfs veel everzwijnen te vinden. ‘Wij zijn dan ook de hoofdpoort van het nationaal park ‘De Hoge Kempen’, een van de twee grote natuurparken die wij hebben. Het andere is ‘Rivierpark de Maasvallei’.’
De jaren dat er mijnbouw bedreven werd in Maasmechelen was een zeer welvarende periode voor de gemeente volgens Wijnen: ‘De mijnbouw, evenals werkgever Ford die autofabrieken had in Genk, zorgden voor een goed inkomen voor duizenden mensen. Decennialang kon je hier als werknemer, vooral als laageschoolde arbeider, bouwen op de mijnbouw en autoproductie.’ Toen in de jaren tachtig eerst de mijnbouw wegviel en in 2014 de Ford-fabrieken sloten, was dat een aderlating voor de hele regio.
Al is veel van de oude glorie uit de industrialisatieperiode verloren, nog steeds kan de gemeente zich op bijzondere dingen beroemen. Zo is het witte zand wat in Maasmechelen gewonnen wordt, een zeer zuivere soort silicium, nog steeds gewild. Het wordt nog altijd gebruikt voor de productie van microchips.
‘Maasmechelen wil een stad worden’
Vanaf midden jaren 2010 was er volgens Wijnen duidelijk een reconversie van Maasmechelen naar het aantrekken van toeristen. Dat groeide volgens hem volledig organisch en is niet geregisseerd van bovenaf. Onder meer het Fietsknopennetwerk heeft er enorm aan bijgedragen dat steeds meer toeristen hun weg vonden naar de Maasgemeente. Dit Fietsknopennetwerk is vooral het werk van oud-mijningenieur Hugo Bollen en zette de Maasvallei en heel Belgisch Limburg op de kaart. En om toeristen te trekken zijn er inmiddels ook zogeheten erfgoedwandelingen in de Eisden-Tuinwijk. Volgens Wijnen is deze tuinwijk de mooiste van Vlaanderen. Veel huisjes in Engelse cottagestijl wisselen elkaar af met mooie brede dreven en veel groen.
In 2001 werd een groot outletgebied geopend in de gemeente, Maasmechelen Village geheten. Dit grote en bijzondere complex trekt per jaar maar liefst drie miljoen bezoekers aan. Vandaar ook dat de gemeente speciaal voor Maasmechelen Village een ontsluitingsweg heeft laten aanleggen rondom de gemeente. Terwijl wij samen met een medewerker van de gemeente rondrijden, valt meteen het bord op waarop gemeld wordt dat de trambuslijn Hasselt-Maasmechelen momenteel wordt aangelegd. Volgens Wijnen komen er de volgende jaren vier tramhaltes, waardoor om het kwartier trams kunnen gaan rijden. ‘Dit draagt ook bij aan een afbouw van het autoverkeer in onze gemeente.’ Maar volgens hem heeft de Maasgemeente nog grotere ambities. ‘Wij hebben de ambitie om een stad te worden. Stad zijn heeft voordelen omdat je dan meer geld uit het Vlaams Gemeentefonds krijgt.’
Groendienst is uitbesteed
In het geval van Gemeente Maasmechelen is het zo dat een deel van de werkzaamheden in het openbaar domein wordt uitgevoerd door medewerkers van de Gemeentelijke Werkplaatsen. De groendienst is sinds 1997 geen onderdeel meer van de gemeente, maar in een andere organisatie ondergebracht, namelijk het Sociaal Bedrijvencentrum Maasmechelen (SBM). SBM is een EVA (Extern Verzelfstandigd Agentschap) van de gemeente Maasmechelen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen bij SBM de kans om te re-integreren. Gevolg van een aparte groendienst is dat Maasmechelen zeer weinig technische medewerkers in dienst heeft: slechts 1,2 per 1.000 inwoners.
Volgens Wijnen werd in de jaren negentig circa 20 procent uitbesteed en circa 80 procent van alle werkzaamheden door de gemeente zelf gedaan. Momenteel is die verhouding 55 procent uitbesteed en 45 procent in eigen beheer. Dat er zo veel uitbesteed is, komt ook door de oprichting van SBM. Zo maait SBM onder meer alle bermen van de gemeente en wordt zwerfvuil door SBM-medewerkers opgeruimd. En bij wat de gemeente dan toch zelf doet, probeert zij ook weer flink op de kosten te besparen. Zo worden alle kleine herstellingen en onderhoud aan het wagen- en machinepark uitgevoerd door mekaniekers van de gemeente zelf. Verder wordt ook nog eens veel straatmeubilair in de eigen schrijnwerkerij in de Gemeentelijke Werkplaatsen geproduceerd of gerepareerd. Deze schrijnwerkerij maakt zelfs de kasten voor in de gemeentelijke gebouwen en ook deuren worden soms vervangen door deze afdeling. Ook de aannemerij wordt nu uitbesteed, bijvoorbeeld aan Maasbij, en het reinigen van de (gemeentelijke) gebouwen aan bijvoorbeeld Köse Cleaning. Wijnen: ‘Daardoor kan ik mij momenteel bezighouden met kwaliteitsbewaking en ben ik niet meer de ganse dag bezig met personeelsbeleid.’
Steeds meer op elektrisch
Volgens Wijnen is het de bedoeling dat gemeente Maasmechelen tegen 2030 ongeveer vijftig procent CO2-reductie heeft bereikt (in 2050 tegen de honderd procent). Verder moet er tegen 2030 drie procent energiereductie per jaar zijn bereikt. De gemeente gebruikt daarom HVO100-diesel om auto’s, busjes en vrachtwagens op te laten rijden, onder meer een MAN-bus. De CO2-uitstoot van dit type busjes bijvoorbeeld is tot negentig procent lager dan die van reguliere dieselbusjes. De afgelopen jaren is door de gemeente veel geïnvesteerd in laadinfrastructuur. Verder heeft Maasmechelen nog elektrische auto’s van het merk Volkswagen en Citroën en elektrische busjes van het merk Maxus. SBM gaat volgens Wijnen ook steeds meer naar elektrische toestellen toewerken, omdat dit beter is voor het milieu en voor het eigen personeel (geen uitlaatgassen meer).
‘Voorheen met de hand vullen’
Bij de Gemeentelijke Werkplaatsen worden wij verder rondgeleid door Kurt Gerits, Diensthoofd Werken. Dat Gemeente Maasmechelen een echte riviergemeente is, blijkt wel uit de grote zandzakvulmachine die de gemeente onlangs gekocht heeft. Ze staat prominent in een ruimte van de Gemeentelijke Werkplaatsen. Het gaat om een type Mammut AFM 150 van het Duitse merk Saquick, waarmee maar liefst 1.500 zandzakken per uur gevuld kunnen worden. Volgens Gerits een hele verbetering als je nagaat dat dit voorheen met de hand gedaan moest worden.
Op de Gemeentelijke Werkplaatsen staat er een Bobcat E20z-minigraafmachine die door de medewerkers gebruikt wordt voor onder meer kleine herstellingen aan wandel- en fietspaden en voor het delven van graven. Even verderop zien we een Nissan-vrachtwagen waar een Palfinger P 210 BK-hoogwerker op gemonteerd is met een werkhoogte van 21 meter. Deze wordt voornamelijk gebruikt voor werken en herstellingen aan gebouwen en snoeiwerken door SBM. De Caterpillar CB-224D wals die wij in een container op het terrein zien staan, wordt onder meer gebruikt door de twee (straat)klinkerploegen die de gemeente telt. Deze voeren kleinere herstellingen uit en vernieuwen stoepen volgens het stoepenplan. Even verderop staat een Komatsu PW98 MR 10-tons bandenkraan die gebruikt wordt voor wegenaanleg en de aanleg van parkings en dergelijke. Veel vrachtwagens van de Gemeentelijke Werkplaatsen zijn van het merk Volvo. Zo wordt met een Volvo FLL42 N2-vrachtwagen het vuil opgehaald van de vuilbakjes in het openbaar domein. In de winterperiode zet Maasmechelen de twee zoutstrooiers van Schmidt in die onder de overkapping van de werkplaatsen staan.
De Gemeentelijke Werkplaatsen kopen regelmatig nieuwe machines aan. Zo heeft de gemeente voor het vegen van fiets- en wandelpaden al een Bucher CityCat. Onlangs is via een Nederlandse verdeler een splinternieuwe straatveegmachine aangeschaft, de Dulevo D6 Veloce.
Meer bomen, smallere maaiers
Na deze rondgang door de Gemeentelijke Werkplaatsen gaan wij naar de groendienstafdeling van SBM om het materieel te bekijken. SBM heeft ondertussen bijna al zijn handgereedschap (Stihl) vervangen voor elektrische accumodellen. Alle bosmaaiers, haagscharen, kettingzagen en snoeischaren zijn inmiddels voor het grootste gedeelte elektrisch. De oude motorisch aangedreven machines worden, wanneer deze versleten zijn, vervangen door accumachines.
Volgens de groencoördinator van de groendienst van SBM had SBM lange tijd Wright-maaiers, maar wil Wright geen EU-keuringen meer laten uitvoeren om de machines in de EU toegelaten te krijgen. Vandaar dat SBM nu steeds meer – eveneens Amerikaanse – SCAG-maaiers aanschaft (na proeven te hebben gedaan met diverse merken). Onder meer twee SCAG V-ride II stand-on maaiers met een werkbreedte van 120 centimeter. Afgelopen mei zijn daar nog eens twee SCAG V-ride II modellen met een werkbreedte van 90 centimeter bijgekomen. Dat de maaimachines smallere werkbreedtes hebben, komt volgens de groencoördinator omdat er massaal bomen geplant worden en er met smallere machines vlotter gemanoeuvreerd kan worden.
Vlakbij deze SCAG stand-on maaier staat ook een loopmaaier die je in ons land niet vaak bij gemeentes ziet. Het gaat om een Etesia LH-loopmaaier. Verder zet de groendienst van SBM ook regelmatig een Schouten Panda P1404 maai-laadcombinatie in en ook de Grillo FD2200TS-frontmaaier (47 pk) bevalt volgens de SBM-groencoödinator goed. Hij wordt gebruikt voor het maaien van de voetbalvelden. De Schouten Panda P1404 maai-laadcombinatie wordt dan weer ingezet voor het klepelen van extensief grasland en je kunt er ook mee bladzuigen. Als je de klepels in de hoogste stand laat draaien, dan is de zuigkracht zo goed dat hij blad opzuigt. Ook heeft de groendienst een Schliesing 300MX-houtversnipperaar en twee Billy Goat DL2500S-bladzuigers. De Billy Goats zijn gemonteerd op een aanhangwagen om zo direct het blad te kunnen opzuigen en in de laadbak van de wagen te kunnen blazen. Om op het werk te geraken gebruikt SBM onder meer Ford Transit-wagens met een dubbele cabine (kan meer personeel in) bij de uitvoering van de groendienstwerkzaamheden. Verder heeft SBM zoals gezegd merken als Nissan en Citroën, en afgelopen juli kreeg het een nieuwe Volkswagen Transporter.
Om de bermen schoon te maaien en blad te zuigen in de Tuinwijk in de herfstperiode, heeft SBM een Vandaele JumboMax JX30-zuigwagen besteld.