Binnen hun bosbouwactiviteiten zetten Eric en Corentin Barchman voornamelijk in op het bosbouwfrezen en het aanplanten en oogsten van korteomloophout. Vorig jaar besloten ze te investeren in twee identieke combinaties bestaande uit een Valtra Q305 en een Cancela-bosbouwfrees. Zij verdelen hun tijd tussen het opkuisen van industrieterreinen en freeswerken in het bos in opdracht van bosbouwbeheerders.
We hadden in Genappe met Eric Barchman en zijn zoon Corentin afgesproken, zodat ze ons een zicht konden geven op hun bosbouwactiviteiten. Ongeveer dertig jaar geleden was Eric als landbouwer op zoek naar een bijkomende activiteit om de rustigere periodes van het jaar te kunnen opvangen. Omdat hij akkerbouwer was, bleef er nog genoeg tijd over om iets anders te doen. Na wat zoekwerk kocht hij een eerste bosbouwfrees. Door de jaren heen is deze activiteit steeds belangrijker geworden. In de beginperiode gebruikte hij de tractoren van de boerderij om bosbouwwerkzaamheden uit te voeren. Al snel werden echter specifieke tractoren aangeschaft voor dit werk.
Na zijn studies als landbouwingenieur is Corentin zeven jaar geleden bij zijn vader in het bedrijf komen werken. Hij vervolgt: ‘Ik heb dat eigenlijk altijd willen doen en ik heb er geen spijt van dat ik deze keuze heb gemaakt. We verdelen het werk onder ons tweeën. Omdat deze machines erg gevoelig zijn voor slijtage en breuk rijden we er dus liever zelf mee en verkiezen we om niet met personeel te werken.’
De Barchmans zijn actief in heel België. Corentin: ‘In Vlaanderen gaan we niet heel ver, maar voor de rest houden we rekening met de grootte van de werf en de verplaatsingskosten. We verplaatsen ons altijd met de tractor, omdat we deze oplossing verkiezen boven die van een vrachtwagen met een dieplader, omdat het ons meer flexibiliteit geeft.’
Corentin: ‘We kunnen ons freeswerk onderverdelen in twee hoofdcategorieën. Een eerste categorie zijn de werkzaamheden voor bouwwerven, het bouwrijp maken van terreinen. Dat gaat dan om het opkuisen van gronden voor de bouw van woningen, de ontwikkeling van een nieuwe industriezone enzovoort. We zijn dan actief in min of meer verstedelijkte gebieden, zoals Waals-Brabant, maar ook aan de rand van grote steden, zoals bijvoorbeeld Brussel of Luik. Een tweede categorie zijn de werkzaamheden in bosgebieden. We werken vooral voor bosbeheerders die in opdracht van particuliere eigenaren alle noodzakelijke handelingen in een bos coördineren.’
‘Onze hoofdactiviteiten zijn het bosbouwfrezen op zich en het diepfrezen van gronden. Dit kan een onderhoudsprogramma op regelmatige tijdstippen zijn of een voorbereidend werk voor de daaropvolgende aanplant. Onze klanten doen geregeld een beroep op onze diensten voor de opkuis van allerhande jachtfaciliteiten en voor het onderhoud van boswegen. Ten slotte planten en oogsten we wilgen en hakhout in korte omloop om ze als biomassa te gebruiken. Voor die laatste activiteit werken we samen met de firma Phitech uit Genappe.’
Onlangs zijn de twee Fendts van het bedrijf vervangen door twee Valtra Q305’s. ‘We waren op zoek naar tractoren van 300 pk die betrouwbaarder en goedkoper waren en tegelijkertijd zo compact mogelijk voor het werk dat we doen. Daarom hebben we gekozen voor de Valtra Q-serie. De firma Fadeur uit Perwez heeft ze vervolgens uitgerust met een op maat gemaakte bosbouwbescherming. Uiteraard zijn ze beide voorzien van een omkeerbare stuurpost. Zo’n optie is niet meer weg te denken bij het werk dat we doen. Vooral de vermogen-gewichtsverhouding van deze tractoren is interessant, wat een grote troef is voor het werken in nattere omstandigheden, zoals we die al meer dan een jaar meemaken. Bovendien blijven deze tractoren relatief compact, waardoor ze eenvoudiger te verplaatsen zijn tussen de verschillende werven. Elke tractor is uitgerust met zijn eigen Cancela TFT 225-bosbouwfrees en verder beschikken we ook over een Cancela MPK 225-diepfrees, waardoor er ook ondergronds gefreesd kan worden. We hadden eerst een Bugnot-frees, maar we waren al een tijdje op zoek naar een merk met een betere afwerking. Tijdens Demo Forest kwamen we in contact met TMC Cancela en de interesse voor deze machine groeide stilaan. Na de aanschaf van de eerste bosbouwfrees hebben we vervolgens geïnvesteerd in andere machines van het merk. Het feit dat we twee identieke combinaties hebben, maakt het voor ons ook veel gemakkelijker om de dagelijkse werkplanning te organiseren. Voor kleinere werven of specifieke ingrepen hebben we ook nog een John Deere 6930, uitgerust met een Bugnot-frees of een MeriCrusher. Het is de ideale combinatie voor kleine klussen in gevoelige gebieden. Voor ingrepen op moeilijk bereikbare plaatsen hebben we geïnvesteerd in een kleine machine op rupsen, de MDB LV 500, die met een afstandsbediening werkt en is uitgerust met een frees met mobiele messen. Hierdoor kunnen wij vrijwel elk freeswerk tot een goed einde brengen. We blijven ons specialiseren in gemechaniseerde ingrepen binnen de bosbouwsector. Omdat we daarnaast nog onze landbouwmachines hebben, kunnen we gemakkelijk gewezen bosbouwpercelen opnieuw inzaaien als de klant dat wenst.’
‘De twee Valtra’s frezen elk circa achthonderd uur per jaar. De rest van de tijd worden ze gebruikt op de boerderij of voor het oogsten van korteomloophout. Om het onderhoud te vergemakkelijken hebben we gekozen voor een verlengde garantie van vijf jaar op deze tractoren. Voor de rest voeren we de kleine onderhoudsingrepen zelf uit, terwijl de grote onderhoudswerkzaamheden aan onze dealer worden toevertrouwd.’
Als we Corentin vragen hoe hij zijn bedrijf verder ziet evolueren, wijst hij eerst op de sterke concurrentie binnen de sector. ‘In de afgelopen twintig jaar zijn er inderdaad veel ondernemers in het vak gestapt. Het is een diversificatie die duur is en het vergt heel wat puzzelwerk om break-even te draaien. Ik hoop dat we onze activiteit kunnen blijven ontwikkelen of op zijn minst kunnen verderzetten op dit niveau. Op dit moment neemt landbouw één derde van onze tijd in beslag, freeswerken zijn goed voor eenzelfde aandeel en het laatste derde is gewijd aan het planten en oogsten van wilgen. Naar mijn mening is de bosbouwsector vrij complementair aan de landbouwsector. Ik kom vaak in contact met landbouwers en langs die weg is het mogelijk om nieuwe projecten binnen te halen. Veel landbouwers zijn jagers, wat ons helpt om aan werk te geraken en deze complementariteit is ook erg interessant. Ik moet zeggen dat mond-tot-mondreclame ons in staat stelt om nieuwe klanten aan te trekken. Tegelijk merken we dat de gemeentebesturen steeds krappere budgetten hebben. Vaak willen ze niet meer frezen over de volledige oppervlakte van een perceel, maar geven ze er de voorkeur aan alleen de toekomstige plantlijnen te frezen om minder uit te geven. Dit resulteert in een vermindering van het aantal werkuren en dus een verlies aan inkomen. Die mentaliteitsverandering is al enkele jaren waarneembaar.’
Voor Corentin ligt de toekomst in de ontwikkeling van biomassa: ‘Ik ben van mening dat er op dit niveau nog heel wat te realiseren is. Voor de rest denk ik dat het nodig zal zijn om onze landbouwactiviteit nog meer te optimaliseren, zodat we er minder tijd aan moeten besteden en dus meer tijd kunnen vrijmaken voor de bosbouwactiviteiten.’